oegandese-jongen.jpg

Een veilig thuis, ver van huis

47,1 miljoen

47,1 miljoen

inwoners in Oeganda

1,5 miljoen

1,5 miljoen

vluchtelingen in Oeganda (voornamelijk uit Zuid-Soedan en de Democratische Republiek Congo)

56%

56%

van de vluchtelingen in Oeganda is kind

Wat is er aan de hand

Het land dat de meeste vluchtelingen opvangt van heel Afrika is Oeganda. In Obongi, een district in het noorden van het land is 72% van de 178.000 inwoners vluchteling. Het district ligt dicht bij de grens met Zuid-Soedan en de Democratische Republiek Congo. Zowel vluchtelingen en lokale kinderen lopen risico op geweld, verwaarlozing, misbruik, en uitbuiting, en soms worden er om te overleven noodgedwongen keuzes gemaakt die niet goed voor ze zijn. Daarnaast hebben kinderen vaak al veel meegemaakt: ze zijn gevlucht voor conflict en zijn soms gescheiden van hun ouders en familie. Kinderbescherming en psychosociale ondersteuning zijn daarom hard nodig.   

Wat doet UNICEF

UNICEF ondersteunt de lokale overheid om het beschermingssysteem te versterken om zo één duurzaam en breed systeem te realiseren voor zowel vluchtelingen als lokale kinderen. De gestelde doelen voor de periode mei 2022-augustus 2023 waren: 

  • We versterken het kinderbeschermingssysteem, zodat alle kinderen die gevaar lopen, op tijd uitgebreide en gespecialiseerde hulp kunnen krijgen van de lokale autoriteiten. 
  • We gaan ruim 3.600 mensen met bewustwordingscampagnes voorlichten om geweld tegen kinderen te voorkomen.  
  • We zorgen dat 2.320 kinderen en verzorgers toegang hebben tot psychosociale zorg en ondersteuning voor mentaal welzijn. 
  • We versterken het welzijn en de veerkracht van kinderen via psychosociale ondersteuning in groepsverband, bijvoorbeeld met de TeamUp-methode. 

Resultaten

Het doel van het ‘Een veilig huis, ver van thuis’ programma van UNICEF was het bieden van kinderbescherming en psychosociale ondersteuning aan de kinderen in Obongi. Met dank aan steun uit Nederland hebben we veel kunnen bereiken waardoor kinderen nu beter ondersteund worden. Dit deden we op vier manieren: 

  • We versterkten het kinderbeschermingssysteem, zodat alle kinderen die gevaar lopen op tijd uitgebreide en gespecialiseerde hulp kunnen krijgen van de lokale autoriteiten. 

Om voor goede toezicht, verantwoording, en kwalitatieve dienstverlening te zorgen is de bestaande kinderbeschermingssysteem versterkt, zowel op district, gemeente, en dorpsniveau. Hiervoor zijn zowel op lokaal en district niveau 72 mensen getraind, onder andere sociaal cultureel werkers, hoofden van parochies, leden van de kinder- en gezinsbeschermingseenheid van de politie, reclasseringsambtenaren, en sociaal werkers in het kinderbeschermingssysteem. In de training was aandacht voor individuele begeleiding, alternatieve zorg, preventie van seksuele uitbuiting in misbruik, kindvriendelijke rechtsprocedures, en de specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de mensen die de training deden. Daarnaast zijn ook 2.000 ouders en verzorgers getraind in positief ouderschap om kinderen in tehuizen en zorginstellingen beter te kunnen ondersteunen.  

  • We hebben ruim 8.000 mensen met bewustwordingscampagnes voorlichting gegeven om geweld tegen kinderen te voorkomen.  

In totaal namen 5.978 volwassenen en 2.435 kinderen deel aan verschillende activiteiten om bewustwording over geweld tegen kinderen te bevorderen en sociale gedragsverandering te stimuleren. Zo zijn er dialogen georganiseerd over onderwerpen als gender-gerelateerd geweld, bescherming tegen seksuele uitbuiting en misbruik, en geweld tegen kinderen. Sommige van deze dialogen waren specifiek voor kinderen zodat ze met leeftijdsgenoten konden spreken over geweld tegen kinderen. Voor ouders waren er sessies over positief ouderschap. De volwassenen en kinderen die aan deze activiteiten hebben deelgenomen zijn in hun eigen gemeenschap pleitbezorgers geworden voor een geweldvrije samenleving.  

  • In totaal kregen 2.199 kinderen toegang tot psychosociale zorg en ondersteuning voor mentaal welzijn. 

Er is ondersteuning gegeven aan 1.895 kinderen die geweld hebben meegemaakt. Afhankelijk van de situatie zijn ze ondersteund door sociaal werkers, hebben ze gezondheidszorg gekregen, en geholpen met het justitiële proces. Hierbij is speciaal aandacht dat dit gebeurt op een manier die bij de leeftijd past. In dit proces was de versterkte capaciteit van het lokale kinderbescherming systeem belangrijk, want para-sociaal werkers – meestal vrijwilligers in de lokale gemeenschap die zonder officiële opleiding hiervoor sociaal werk doen en vaak daarbij gebruik maken van hun eigen ervaringen – en ouders spelen een belangrijke rol bij het identificeren van risico’s en het tijdig daarop te reageren. Ook kregen nog 304 kinderen passende alternatieve zorg (bijvoorbeeld pleegzorginstellingen of kleinschalige gezinshuizen), waaronder 130 kinderen die gescheiden zijn van hun ouders en verzorgers. 

  • We versterkten het welzijn en de veerkracht van ruim 13.000 kinderen via psychosociale ondersteuning in groepsverband, bijvoorbeeld met de TeamUp-methode. 

Een ander onderdeel van het versterkte kinderbeschermingssysteem is psychosociale ondersteuning in groepsverband. Met sport en spel, onder leiding van getrainde begeleiders, wordt de emotionele stabiliteit en socialisatie van deze kinderen bevorderd. Hierdoor hebben ze meer veerkracht om de alledaagse uitdagingen van het leven aankunnen. Ook geven de activiteiten een gevoel van veiligheid en normaliteit in de uitdagende situatie waarin de kinderen leven. In totaal kregen zo 13.958 lokale en vluchtelingenkinderen zo psychosociale ondersteuning. Een van de gebruikte methodes, TeamUp, wordt ook in Nederland gebruikt voor vluchtelingenkinderen.  

Uitdagingen

Onvoldoende financiering binnen de kinderbeschermingssector in Oeganda is de grootste uitdaging voor voorziening van sociale diensten en de soepele integratie van de dienstverlening aan vluchtelingen in het bestaande nationale beschermingssysteem. Personeelstekort bij sociaal werkers in het Obongi district vergroot het probleem. Daarom is het heel belangrijk dat organisaties als UNICEF met hulp van donateurs de kinderbeschermingssector in het land kunnen ondersteunen. Maar ook bij onvoldoende financiering is er nog steeds mogelijkheid op goede ondersteuning voor kinderen door een sterke inzet van verschillende lokale en regionale autoriteiten, coördinatie tussen verschillende sectoren om duplicatie van werk te voorkomen en samenwerking te verbeteren, en door ouders, kinderen, en een lokale samenleving die in staat zijn gesteld om uitdagingen beter aan te gaan.  

Aan het begin van dit project is er een analyse gemaakt van het huidige kinderbeschermingssysteem, waarop de interventies van het project zijn gebaseerd, waarbij ook rekening is gehouden met de uitdaging van de financiering van het systeem. Ook is er samen met partners een overzicht gemaakt van wie wat doet en waar om overlapping te voorkomen, zeker in de opvanglocaties voor vluchtelingen waar dit een groter risico is. Er is daarna een duidelijke verdeling van rollen en gebieden gemaakt tussen de verschillende actoren die actief zijn, met nauwe betrokkenheid van het kantoor van de minister-president. Zo werd de training van mensen in het kinderbeschermingssysteem gedaan samen door UNICEF en Save the Children. 

Maar ook toen het programma inmiddels op gang was bleef er gelet worden op de onderlinge coördinatie, onder leiding van de lokale autoriteiten. Ze zorgen dat op verschillende niveaus elk kwartaal actoren uit verschillende sectoren wamen kwamen om zorgelijke ontwikkelingen te identificeren, samen een plan van aanpak te ontwikkelen, en de rollen en verantwoordelijkheden te verdelen.   

zuid-soedanese-jongen.jpg

De 11-jarige Afat is een van de vele vluchtelingen uit Zuid-Soedan. Toen hij drie jaar oud werden zijn ouders beschuldigd van hekserij en het vergiftegen van andere dorpelingen. Er werd brand aangestoken in zijn huis, waarbij zijn ouders overleden. Afat werd door iemand uit het brandende overblijfselen van zijn huis getrokken. Hij overleefde ternauwernood, maar wel met littekens op zijn hoofd, handen, borst, buik, en rug. Een eeuwige herinnering aan wat hij had meegemaakt. 

Samen met zijn grootouders is hij naar Oeganda gevlucht voor een nieuwe en veilige start. Maar kinderen wilde niet met hem spelen vanwege zijn littekens. Komakech, een maatschappelijk werker die door UNICEF ondersteund wordt, merkte op hoe alleen Afat was. Hij gebruikte onder andere de ‘Team Up’ methodologie, met sport en spel in groepsverband, om Afat weer te integreren in de gemeenschap. Langzaamaan begon hij weer met andere kinderen te spelen. Zijn zelfvertrouwen is gegroeid en hij lacht weer. Nu is hij gewoon een verlegen jongen met een passie voor voetbal en muziek, die ervan droomt om arts te worden. En met een groep van hechte vrienden, waaronder Komakech.