Noodhulp UNICEF na aardbeving West-Java

Door de aardbeving, die een kracht had van 5,6 op de schaal van Richter, zijn 45 scholen in het gebied getroffen. Onder de dodelijke slachtoffers zijn 18 leerlingen en vijf leraren. Nog eens 267 leerlingen en tien leraren raakten gewond. In totaal vielen 272 dodelijke slachtoffers bij de aardbeving. Nog 39 mensen worden vermist.

De schade van de aardbeving is enorm. Door het natuurgeweld zijn 62.882 mensen hun huis kwijtgeraakt. Duizenden kinderen en families hebben dierbaren verloren, zijn ontheemd of gewond geraakt. Zij hebben dringend behoefte aan onderdak, schoon water, medische zorg en bescherming. De verwachting is dat de humanitaire nood in de getroffen gebieden verder zal toenemen, omdat bij de zoek- en reddingswerkzaamheden gaandeweg de totale omvang van de ramp zichtbaar wordt.

Tijdelijke scholen en psychosociale steun

De regering van Indonesië leidt de noodhulp. UNICEF en andere organisaties helpen waar ze kunnen om kinderen en hun families te helpen. De regering verdeelt de belangrijkste noodvoorraden, waaronder door UNICEF aangelegde voorraden voor noodsituaties. Deze omvatten onder meer educatieve benodigdheden zoals tenten om tijdelijke scholen in te kunnen richten, ‘school-in-a-box’ met pennen, schriften en potloden en ontwikkelingskits voor jonge kinderen met spellen, tekenbenodigdheden en speelgoed. Deze benodigdheden zullen naar verwachting ten goede komen aan naar schatting 2.500 kinderen. De regering verspreidt ook materiaal van UNICEF om kinderen te ondersteunen die te maken hebben met emotioneel leed en trauma door de impact van de aardbeving. UNICEF staat klaar om aanvullende hulp te bieden waar dat nodig is.