Kinderen in Afghanistan leven jaar na machtsovername in schrijnende armoede

15 augustus 2022

Een jaar na de machtsovername is het leven in Afghanistan verder verslechterd. Schrijnende armoede, ondervoeding, kindhuwelijken en een onderwijsverbod voor meisjes op de middelbare school: Afghanistan bevindt zich in een diepe crisis die vooral kinderen heel hard raakt. Drie op de vijf Afghanen hebben dringend humanitaire hulp nodig, onder wie 13 miljoen kinderen.

Ehsan Ahmad (16 maanden) krijgt speciale therapeutische voeding in het Mirza Mohammad Khan Comprehensive Health Center (CHC) in Kandahar, Afghanistan. UNICEF ondersteunt het centrum waar kinderen worden behandeld voor ernstige ondervoeding.

Ehsan Ahmad (16 maanden) krijgt speciale therapeutische voeding in het Mirza Mohammad Khan Comprehensive Health Center (CHC) in Kandahar, Afghanistan. UNICEF ondersteunt het centrum waar kinderen worden behandeld voor ernstige ondervoeding.

Ehsan Ahmad (16 maanden) krijgt speciale therapeutische voeding in het Mirza Mohammad Khan Comprehensive Health Center (CHC) in Kandahar, Afghanistan. UNICEF ondersteunt het centrum waar kinderen worden behandeld voor ernstige ondervoeding.

Situatie voor kinderen verder verslechterd

Afghanistan was al het gevaarlijkste land voor een kind om in op te groeien en die situatie is in het afgelopen jaar verder verslechterd. De machtsovername in augustus 2021 leidde tot het instorten van de economie en de gezondheidszorg en voor toegenomen armoede onder de bevolking. In een land dat al vier decennia kampt met aanhoudende conflicten, terugkerende natuurrampen, chronische armoede en uitbraken van ziekten, wordt de veerkracht van de bevolking ernstig op de proef gesteld. 97% van de Afghanen leeft in armoede. 92% van de bevolking heeft geen toegang tot voldoende eten. Intussen stijgen de prijzen, onder meer als gevolg van de wereldwijde voedselcrisis maar ook door de ergste droogte in 37 jaar. In veel gezinnen gaat 90% van het inkomen op aan voeding.

Leven in erbarmelijke omstandigheden

In het dagelijks werk van UNICEF in Afghanistan zijn de gevolgen van de huidige crisis duidelijk merkbaar. 3,3 miljoen kinderen zijn ondervoed, waarvan 1 miljoen zo ernstig dat dit levensbedreigend kan worden. Kinderen in Afghanistan worden geraakt door bittere armoede, ondervoeding, uitbuiting, kinderarbeid en kindhuwelijken. Er zijn verhalen bekend van families die een kind verkopen uit armoede en wanhoop. Meisjes hebben geen toegang tot middelbaar onderwijs. De armoede leidt ertoe dat gezinnen zich genoodzaakt zien tot het maken van keuzes die kinderen schaden, zoals het jong uithuwelijken van kinderen. Meer dan een kwart (28%) van de meisjes in Afghanistan trouwt voor haar 18e verjaardag. Datzelfde geldt voor 7% van de jongens. Zo’n 13% van de kinderen wordt aan het werk gezet in zware omstandigheden.

Toegankelijk houden van basisvoorzieningen

UNICEF is al 70 jaar in Afghanistan en blijft ook nu om de hulp te verlenen die kinderen zo ontzettend hard nodig hebben. Dat gebeurt vanuit 13 kantoren in het hele land, samen met betrouwbare lokale partners. De rol van UNICEF is onmisbaar in het toegankelijk houden van basisvoorzieningen, maar ook in het voorkomen van geweld en uitbuiting van kinderen. UNICEF levert levensreddende voeding, gezondheidszorg, vaccinaties, schoon drinkwater en helpt kwetsbare gezinnen, zoals alleenstaande moeders met kinderen, die het zwaarst lijden onder de situatie. Dat gebeurt onder meer met cash transfers.

Daarmee stopt het niet. We blijven pleiten voor toegang tot onderwijs voor alle kinderen jongens en meisjes. ‘Het onderwijsverbod voor meisjes schendt niet alleen hun fundamentele recht op onderwijs, het stelt hen ook bloot aan een aanzienlijk groter risico op uitbuiting en misbruik, waaronder kinderhandel en gedwongen huwelijken. Ook de economische impact van deze beslissing is enorm’, zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. ‘UNICEF wil elk kind in Afghanistan op school zien leren. We zullen niet stoppen met pleiten tot dat doel is bereikt. Onderwijs is een recht voor elk kind en de basis voor toekomstige groei in Afghanistan.’